Wettelijk vastgestelde emissie-reductiedoelstelling is zwaktebod
04/03/2024Persbericht 11-04-2024
11/04/20245 April 2024
Resultaatverplichtende emissiereductiedoelen
Wat betekent dat eigenlijk?
Minister Van der Wal gaat het volgende kabinet adviseren om de KDW doelen (40 % onder KDW in 2025, 50 % onder KDW in 2030 en 74 % onder KDW in 2035) uit de wet te halen en deze te vervangen door resultaatverplichtende emissiereductiedoelen. Ook Agractie Nederland wil dat de KDW doelen uit de wet worden gehaald. En dat moet snel want 2025 is dichtbij en het ziet er naar uit dat de 40 % lang niet gehaald wordt (noodwetgeving).
Maar vervolgens lopen de standpunten uiteen. De minister wil naar resultaatverplichtende emissiereductiedoelen. Sturen op emissie dus. Agractie NL wil sturen op de Staat van Instandhouding (SVI).
Ook LTO Nederland wil onder voorwaarden naar emissiesturing met als argument dat dit handelingsperspectief geeft voor boeren. Dat laatste klopt, maar de vraag is of u op dat handelingsperspectief zit te wachten.
Sturen op emissies: hoe pakt dat uit?
Begin 2023 hebben drie professoren op verzoek van minister Van der Wal een Essay geschreven waarin zij schetsen hoe zij dit voor zich zien. Zo staat in dat Essay dat 74 % onder KDW in 2035 overeenkomt met ongeveer 50 % emissiereductie (vergeleken met 2019).
NB Gezien het feit dat een aantal KDW’s in de loop van 2023 is verlaagd, zal het werkelijke percentage waarschijnlijk nu nog iets hoger uitvallen.
Van die 50 % zal een klein deel al gerealiseerd zijn door afroming fosfaatrechten, afroming depositierechten, stoppersregelingen e.d.. Ook in de nabije toekomst zal het mogelijk zijn een deel van die 50 % te realiseren door stoppersregelingen e.d.
Laten we aannemen dat er in 2025 t.o.v. 2024 nog 40 % emissiereductie moet worden gerealiseerd. Volgens het Essay moet dan voor elke veehouderijsector bepaald worden welk aandeel iedere sector daarin moet leveren. Dat kan verschillen, maar laten we aannemen dat iedere sector evenveel (40 %) reductie moet leveren. De volgende stap is om dit sectordoel door te vertalen naar individuele bedrijven.
Volgens het Essay betekent dit dat elk bedrijf met dieren te maken krijgt met een wettelijk vastgesteld emissieplafond, te realiseren per 2035; bij grondgebonden bedrijven een plafond per hectare en bij niet-grondgebonden bedrijven een plafond per dier.
Zeer extensieve bedrijven zullen nu mogelijk al onder dit plafond zitten, maar bij het overgrote deel van de bedrijven zal dit niet het geval zijn. Die zullen dus in een periode van 10 jaar hun stikstofemissie fors omlaag moeten brengen. Dat heet handelingsperspectief). Ze kunnen dit doen door ofwel te extensiveren (aankoop grond of minder dieren houden) en/of door forse innovatiestappen.
In ieder geval moet men in 2035 onder het plafond zitten. Zo niet, dan volgt een verplichte verkleining veestapel tot het niveau van het emissieplafond.
Is de natuur daarmee geholpen?
Dat weten we niet. We weten niet wat de invloed is van het KDW beleid op de Staat van Instandhouding in 2035 en we weten dat ook niet bij resultaatverplichtende emissiereductiedoelstellingen,
Sterker nog, we weten ook nu niet wat de Staat van Instandhouding is, domweg omdat de data ontbreekt
Dat is de reden waarom Agractie NL vindt dat er gestuurd moet worden op Staat van Instandhouding. Daarmee worden provincies en terrein beherende organisaties gedwongen om data op orde te krijgen (zie ons statement hierover op de website).
Ontkent Agractie NL de invloed van stikstof op de natuur?
Nee, dat doen we niet. Agractie NL vindt dat per Natura 2000 gebied, met betrokkenheid van agrariërs, gekeken moet worden naar alle relevante drukfactoren en dat op basis daarvan gekeken moet worden welke maatregelen noodzakelijk zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken. Daarbij moet ook de sociaal economische impact van die maatregelen worden meegewogen (art 2 lid 3 van de Habitatrichtlijn).
Bij die maatregelen moet ook in ogenschouw worden genomen dat de directe depositie van stikstof van een bron slechts enkele honderden meters ver reikt. Ui onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt namelijk dat meer dan 90 % van de stikstofemissie van een bron de lucht in gaat (stikstofdeken). En eerlijk is eerlijk, wij sluiten dan ook niet uit dat er een vorm van generieke emissiereductie nodig is om die stikstofdeken te verdunnen. Onze inzet daarbij is het stimuleren van innovatie en managementmaatregelen.
Significantiezones
Om innovatie en managementmaatregelen mogelijk te maken is vrijwel altijd bedrijfsontwikkeling noodzakelijk. Daarvoor is nodig dat Nederland van het slot gaat wat betreft vergunningverlening. Zie in dat verband ons statement. En daar vinden LTO Nederland en Agractie Nederland elkaar weer. Zowel LTO als Agractie pleiten voor het invoeren van significantiezones langs stikstofgevoelige habitats. Daarbuiten is dan geen passende beoordeling wat betreft stikstof meer nodig.