Nieuwsbrief november 2020
13/11/2020Brief minister LNV mbt Knelgevallen
23/11/2020Informatiebericht Stikstof 13 november 2020!
13-11-2020
Op vrijdag de 13e op de valreep nog een actueel informatiebericht met betrekking tot #stikstofgate. Met dank aan het onderzoekswerk van STAF wat HIER
te lezen is stelden wij vragen aan de top van het ministerie en politiek. Hierop ontvingen wij de antwoorden in de volgende pagina. Het is zaak dat we hier richting provincies bovenop zitten omdat, naast een zeer gebrekkig fundament, het niet zo kan zijn dat de doelen blijven bewegen.
De focus in het stikstofdossier ligt op:
- Glasheldere oplossing melders/knelgevallen binnen duidelijke en acceptabele termijn.
- Invloed op Rode Knop extern salderen.
- Effectieve registratie.
Hierover zal binnen afzienbare periode onomstotelijk duidelijkheid moeten komen! We zullen daarover binnenkort meer informatie delen.
De opkoopregeling eerste tranche (100mln/ca. 30 bedrijven) zien wij als niet effectief en weggegooid geld. Op korte termijn vindt over de voorwaarden hiervan een gesprek met LNV plaats, wat tevens zal gaan over de tweede en derde tranche. (totaal 250mln/ca. 60 bedrijven) Hoewel het in heel Nederland gaat om een beperkt aantal van ca. 90 bedrijven verdeeld over 3 jaar vinden wij dat dit geld beter kan worden besteed aan effectieve innovatie.
Aanscherping emissienormen zal een volgend kabinet waarschijnlijk oppakken (zoals aangekondigd), we zullen hier bovenop zitten zodra daar meer over bekend is. In een volgend bericht zullen wij u verder informeren over de stand van zaken op andere stikstof gerelateerde onderwerpen. Zonder volledig te zijn hierbij alvast deze informatie, in de komende weken zullen wij meer en uitgebreider informatie delen. Voor vragen kunt u mailen naar Agractie Nederland
Of bekijk HIER onze nieuwsbrief van November 2020.
Hieronder het antwoord van het ministerie van LNV inzake stikstofgevoelige habitat.
- Overal waar een reeds aangewezen habitat voorkomt, is dat al beschermd via het aanwijzingsbesluit (met bijbehorende aanwijzingsprocedure). Een habitatkaart maakt zichtbaar waar dat concreet het geval is (en waar niet). Dat is primair een wetenschappelijk-technische verduidelijking, geen juridische of beleidsmatige beslissing. Er wordt via een habitatkaart dus geen ‘nieuw habitat aangewezen’: geen extra habitat van wat al is aangewezen en ook geen extra habitattypen.
- Het kan wel zo zijn dat bij het verbeteren of actualiseren van een habitatkaart blijkt dat meer oppervlakte van een stikstofgevoelig habitat aanwezig is dan eerst werd gedacht. Daarop moet dan wel worden getoetst via AERIUS (en het telt mee voor de doelstelling uit de Wet stikstofreductie en natuurverbetering). In AERIUS wordt per locatie berekend of er sprake is van stikstofoverbelasting, door de depositie te vergelijken met de lokale kritische depositiewaarde. Die KDW is gebaseerd op een habitatkaart van het bevoegd gezag (een provincie of RWS).
- De basis voor habitatkaarten wordt gevormd door vegetatiekaarten. De opstelling daarvan wordt door provincies en RWS uitbesteed, meestal aan terreineigenaren, die dat weer uitbesteden aan (onafhankelijke) karteringsbureaus. Het karteringsbureau gaat naar buiten en concludeert welke vegetatietypen voorkomen (o.b.v. de plantengroei). Het resultaat wordt via een vertaling en interpretatie verwerkt tot een habitatkaart. Provincies en RWS zijn daarvoor verantwoordelijk, niet de terreineigenaar.
- Provincies en RWS nemen daarbij niet klakkeloos de informatie uit de vegetatiekaarten over. Daarnaast vindt er ook nog een onafhankelijk, interbestuurlijk validatieproces plaats, waarbij (o.l.v. BIJ12) een aantal experts op het vlak van habitatkartering de kaarten nauwgezet beoordelen en suggesties doen voor correcties waar dat nodig is. Voor de verwerking daarvan zijn de genoemde bestuursorganen verantwoordelijk.
- Per gebied zijn de veranderingen zeer verschillend van omvang. In nogal wat gebieden is het oppervlak verminderd als gevolg van preciezere kaarten en het niet meer meetellen van de habitattypen uit het ontwerp-veegbesluit. De twee grootste toenames betreffen de Veluwe en de Rijntakken; hier is sprake van een grondige verbetering van de concept-kaarten (waardoor bleek dat grote oppervlakten eerder, als gevolg van niet-adequate karteringen, ten onrechte niet waren herkend als habitattype*). Netto bezien is voor 2019/2020 sprake van (gering) minder oppervlakte aan stikstofgevoelig habitat in AERIUS n.a.v. de update.
*NB: de kaart van de Rijntakken is definitief (inclusief onafhankelijke validatie); de kaart van de Veluwe moet nog onafhankelijk worden gevalideerd (en is dus formeel nog concept). Ondanks dat de Veluwe nog formeel getoetst moet worden, heeft de provincie Gelderland besloten deze gegevens te gebruiken (op grond van dat men gehouden is de beste beschikbare gegevens te gebruiken).