Boer en Burger Brunch 2023 Rotterdam
12/08/2023Geen verbruiksbelasting/suikertaks op pure fruitsappen!
21/10/20236 Oktober 2023
Wetenschap stop met gegoochel met cijfers rondom gewasbescherming
De afgelopen periode hebben wetenschappers zich veelvuldig in de publieke en politieke discussie gemengd over de relatie tussen gewasbeschermingsmiddelen en volksgezondheid. Deze discussie leidt tot zorgen bij de bevolking over de veiligheid van groenten en fruit en zal invloed hebben op de consumptie van deze producten. Daarnaast leidt deze discussie tot versterkte zorgen bij de plattelandsbevolking over blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen. Uiteindelijk leidt deze discussie tot uitspraken binnen de politiek dat gewasbescherming in Nederland nóg sterker en sneller afgebouwd moet worden. Dit is min of meer ook het doel van betreffende wetenschappers.
De betreffende onderzoekers zullen ongetwijfeld zorgen hebben over gewasbeschermingsmiddelen, maar onderzoek naar de effecten van deze middelen of onderzoek naar een mogelijke toekomst zonder deze middelen is ook een deel van het bestaansrecht van deze onderzoekers. Onderzoek is uiteindelijk ook gewoon een bedrijf, wat sterk door de Nederlandse of Europese overheid wordt betaald. De onderzoekers zullen dus ook steeds in de spiegel moeten kijken of zij het ware en volledige verhaal vertellen.
Enkele voorbeelden:
Parkinson
In september werd gepubliceerd dat er in Nederland, gecorrigeerd naar de verouderende bevolking, een verdubbeling zou zijn van de mate van Parkinson (Van der Gaag et al. in Ned Tijdschrift voor Geneeskunde). Inmiddels is dit gecorrigeerd naar een stijging 30%.
De werkelijkheid is dat er tussen 2010 en 2020 inderdaad een stijging is van 30% in het aantal Parkinson gevallen. Dit blijkt uit cijfers van ParkinsonNet en cijfers van Nivel.
Om een ontwikkeling te duiden spreekt men in de wetenschap steeds over prevalentie. Dit betekent dat men de ontwikkeling in het aantal gevallen corrigeert naar de veranderende grootte van de gevoelige groep. Ook het rapport van Van der Gaag spreekt over prevalentie. Het aantal 65-plussers (wat de meest gevoelige groep is voor Parkinson) is vanaf 2010 tot 2020 volgens CBS-cijfers gegroeid van 13% naar 20%, dus er waren in 2020 ruim 50% meer 65-plussers dan in 2010. Daarnaast is de Nederlandse bevolking tussen 2010 en 2020 met 5% gegroeid van 16,57 miljoen naar 17,41 miljoen inwoners (bron CBS). Uitgaande van het aantal gevallen in 2010 zou men op basis van de bevolkingsgroei en de groei in het aandeel 65-plussers mogen verwachten dat er in 2020 bijna 45.000 gevallen van Parkinson hadden moeten zijn. De werkelijkheid is volgens de rapportage van ParkinsonNet 36.292 patiënten.
Dit had tot de conclusie moeten leiden dat er in de periode 2010 tot en met 2020 een sterke afname is van het daadwerkelijke aantal Parkinson patiënten ten opzichte van het verwachte aantal Parkinson patiënten. De prevalentie was in 2020 in werkelijkheid enkele tientallen procenten negatief. Men publiceert echter een prevalentie van +30%. In dat geval hadden er ruim 58.000 Parkinson gevallen moeten zijn.
Glyfosaat in het milieu
Tijdens een recente rondetafelsessie van de landbouwdeskundigen uit de Tweede Kamer met wetenschappers en vertegenwoordigers uit de agrarische sector (4 oktober jl) schetste wetenschapper Violette Geissen een haast aarde-verschroeiend beeld over de glyfosaat die in hoge concentraties in het stof aanwezig zou zijn dat zich door de lucht beweegt. Hierbij legt zij een 1 op 1 relatie tussen de metingen in huisstof die zij gedaan heeft en het stof dat zich door de lucht beweegt. Zij spreekt over 15 mg/kg. Dit zou betekenen dat glyfosaat of haar afbraakproduct AMPA overal aanwezig is en overal aanwezig blijft. Dit claimde zij dan ook min of meer letterlijk.
Het is dan vreemd dat het Compendium voor de Leefomgeving cijfers publiceert dat de mate van glyfosaat in het oppervlaktewater sinds het verbod van glyfosaat voor particulier gebruik en overheidsgebruik (met uitzondering van spoorwegen) met circa 90% is gereduceerd en dat de huidige mate van glyfosaat in het oppervlaktewater voor meer dan 95% is te verklaren uit lozingen vanuit het riool, ofwel vanuit restgebruik in stedelijk gebied.
Het is ook vreemd dat de onderzoeker van het Louis Bolkinstituut (Martine Bruinenberg) in hetzelfde rondetafelgesprek eigen onderzoeksresultaten aanhaalt dat men op conventionele bedrijven in de regel glyfosaat/Ampa vindt bij bepalingen in de grond, maar niet of nauwelijks bij biologische bedrijven.
Tot slot is het vreemd dat men bij een continu aanvoer van stof in de lucht met 15 mg glyfosaat per kg stof, niet steeds residuen van Glyfosaat/Ampa vindt op gewassen die in de vollegrond geteeld worden. Hier wordt tot op een niveau van 0,005 mg/kg gemeten, maar niets gevonden.
Wellicht zou professor Violette Geissen eerst moeten onderzoeken of ze één op één de verbanden mag leggen tussen huisstof en stof in de lucht en zou zij ook moeten onderzoeken waarom men in bovengenoemde onderzoeken, waarbij vooral de onderzoeken naar residuen in ons voedsel tienduizenden onderzoeken per jaar omvat, geen glyfosaat vindt. Dit is met het door haar geschetste beeld onverklaarbaar. Violette Geissen heeft echter bij de start van haar Sprint onderzoek in 2020 al aangekondigd dat zij gewasbescherming de wereld uit wil hebben. Deze uitspraken die zij reeds bij het begin van haar grootschalige onderzoek deed, tarten de grenzen van onafhankelijkheid.
Wij roepen tot het volgende op:
- Overheid en wetenschap, ga niet lopen goochelen met cijfers, maar kom met reële cijfers om te komen tot de juiste discussies rondom gewasbescherming. Met de kennis van vandaag betekent een afschaffing van gewasbescherming een oogstreductie van 40-60%. Dit houdt in dat vers voedsel tenminste twee keer zo duur wordt en wellicht zelfs schaars wordt.
- Overheid en wetenschap, benadruk steeds dat het eten van conventioneel en biologisch geteeld voedsel 100% veilig is. De belangrijkste agenda rondom de volksgezondheid is dat iedere Nederlander tenminste 400 gram groenten en fruit eet. Diverse landen houden al een norm van 500-600 gram aan. Dit leidt tot minder ziekten (ook Parkinson) en meer gezonde levensjaren. Aan deze uitspraak ligt heel veel onderzoek ten grondslag. In Nederland consumeert minder dan 20% van de groep 19 – 50-jarigen de Nederlandse norm van 400 gram groenten en fruit per dag. Dat is zeer zorgwekkend en deels ingegeven door de discussies rondom gewasbescherming. Stimuleer iedereen om 400 gram of liever nog 600 gram groenten en fruit per dag te consumeren. Voor consumenten die biologisch willen eten, prima natuurlijk. Voor velen is dit echter financieel niet haalbaar.
- Natuurlijk roepen wij de agrarische sector op om verder te blijven werken aan verduurzaming. Deze weg heeft al veel resultaat gehad in de afgelopen 25 jaar, maar is nooit ‘klaar’. Ook hierbij hebben wij overheid én wetenschap hard nodig om de benodigde stappen te maken. Werk in het beleid echter steeds op basis van bewezen wetenschap. Als verdere stappen gemaakt kunnen worden, omdat dit in onderzoek of praktijk bewezen is, dan prima, maar stel ook met elkaar vast wat (nog) niet mogelijk is en welke middelen nodig zijn om de nog aanwezige ziekten en plagen te beheersen. Ook hierin moeten telers, wetenschap en overheid een eerlijk beeld naar elkaar schetsen en gezamenlijk een agenda maken.
Samenvattend roepen we dus op tot meer samenwerking en communicatie met elkaar in plaats van het communiceren over elkaar. Daarmee bouwen we niets op en breken het consumentenvertrouwen af!