8 november 2024

Agractie gaat niet betalen voor een politiek probleem.

Gisteren was het zoveelste teleurstellende mestdebat, waarbij de politiek vooral naar elkaar kijkt. En naar de sector. Om het door deze politiek (of haar voorgangers) geschapen mestprobleem maar op te lossen moet de boerensector de portemonnee trekken.

Het sectorplan

Door de sector is aangegeven dat er via de gasvormige verliezen, het voerspoor en het creëren van plaatsingsruimte in de ‘niet Nutriënten Verontreinigde (NV)-gebieden’ iets gedaan kan worden. Agractie zal niet instemmen met een plan waarbij de sector haar eigen krimp gaat financieren. Mocht de minister de vrijwillige opkoopregeling, al dan niet gedeeltelijk, vervroegen zullen we haar daar niet bij in de weg staan, maar hierin als sector financieren is een ‘no go’ voor Agractie.

Zoals eerder geconcludeerd is met het intrekken van de derogatie aan de verkeerde knop gedraaid. De waterkwaliteit, waar de Nitraatrichtlijn voor bedoeld is, is hier niet mee gebaat. Door het draaien aan de verkeerde knop door bestuurders en politiek richten ze enorme schade aan bij individuele gezinnen. En wat doet de politiek? Ze gooien het probleem over de schutting naar de sector die hiervoor zelf de portemonnee mag trekken en haar eigen krimp mag financieren? No way!

Hoe moet het wel?

• Ga per direct op de ‘niet NV-gebieden’ een verhoogde norm voor dierlijke mest toepassen;
• Ga de ‘NV-gebieden’ verfijnen en de deelgebieden met goede waterkwaliteit voorzien van een hogere norm voor dierlijke mest;
• Wees coulant in handhaving, omdat individuele gezinnen buiten hun schuld vermorzeld worden door de overheid;
• Ga verder met de sector in overleg over het voerspoor, een verantwoorde verlaging van het ruw eiwitgehalte in het rantsoen;
• Pas per direct en met terugwerkende kracht de excretienormen aan met de gasvormige verliezen, ook voor BEX bedrijven. Stel individuele bedrijven in staat te corrigeren met het stikstofgat, zoals bij de varkenshouderij reeds gebruikelijk is;
• Zet vol in op innovatie, zoals Renure, dat ook mogelijk moet worden voor een gemiddeld familiebedrijf. Zowel financieel als vergunningtechnisch.