Ondernemersklimaat moet sterk verbeterd, voedselzekerheid vergroot en aanpak stikstofproblematiek fundamenteel anders

Ondernemersklimaat moet sterk verbeterd, voedselzekerheid vergroot en aanpak stikstofproblematiek fundamenteel anders.

Dit schrijven acht organisaties in een gezamenlijk visiedocument over de toekomst van de landbouw. Het ondernemersklimaat holt achteruit in Nederland. Ruim 6 op de 10 ondernemers ervaart het huidige ondernemingsklimaat als slecht of zeer slecht. In de landbouw is dat zelfs 7 op de 10. Ondernemers zijn een cruciale pijler onder onze samenleving en economie. Daarnaast loopt de voedselvoorziening steeds sterker terug. Wanneer er een crisis uitbreekt waarbij in- en uitvoer wegvallen, heeft Nederland nu al niet genoeg voedsel om haar eigen bevolking te voeden. Voedselzekerheid moet dan ook veel hoger op de politieke agenda. Wat betreft de stikstofproblematiek pleiten de organisaties ervoor om aan te sluiten bij de Europese aanpak – waarin sturing op instandhouding van de natuur centraal staat – en moet Nederland afstappen van de zelf opgelegde, eenzijdige focus op stikstof.

De organisaties roepen op tot een sterke vermindering van de regeldruk. Het Nederlandse ondernemersklimaat verslechtert snel en moet dringend verbeteren. Ondernemers zijn immers de motor van onze welvaart en werkgelegenheid, en de agri- en foodsector zorgt daarbij ook nog eens voor gezond, veilig en betaalbaar voedsel. Nederland moet stoppen met het opleggen van additionele nationale regels (‘koppen’) bovenop EU-beleid, en zich inzetten voor snelle harmonisatie van Europese normen, met name ook op het gebied van waterkwaliteit. Het is onbegrijpelijk dat als water vanuit België of Duitsland ons land binnenstroomt, daar als ‘goed’ wordt aangemerkt, maar bij ons als ‘slecht’. Bovendien is in grote delen van Nederland de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater al geruime tijd op orde. Deze gebieden dienen dan ook te worden geschrapt als kwetsbaar – iets wat Nederland zelf kan besluiten.

Voedselzekerheid

In de gezamenlijke visie staat voedselzekerheid centraal. Dit vraagstuk wordt steeds urgenter door de snelgroeiende vraag naar voedsel en de toenemende geopolitieke spanningen. Onze agri- & foodsector speelt wereldwijd een toonaangevende rol – met hoogwaardige producten, kennis en technologie – en heeft zich ontwikkeld tot de grootste maakindustrie van ons land. Familiebedrijven vormen de hoeksteen van dit succes.

Het is van groot belang dat de sector zich verder kan blijven ontwikkelen. Verplaatsing van de productie naar het buitenland zou vanuit het oogpunt van klimaat, natuur, biodiversiteit en dierenwelzijn juist een stap achteruit betekenen. Dankzij baanbrekende technologieën zoals Kunstmatige Intelligentie (AI) kan de voedselproductie bovendien nog preciezer, schoner en duurzamer plaatsvinden – met behoud van hoge kwaliteitsnormen en betaalbaarheid voor iedereen. Om dit te stimuleren, stellen de organisaties de oprichting van een Innovatiefonds voor van 2,5 miljard euro per jaar. Daarnaast pleiten zij als optie voor inpoldering van de Markerwaard, mede gezien de verwachte bevolkingsgroei richting 20 miljoen inwoners, en voor een aparte Directie Voedselzekerheid bij het Ministerie van LVVN.

Naar een praktisch en realistisch stikstofbeleid

Nederland moet afstappen van de zelf opgelegde, eenzijdige focus op stikstof en de bijbehorende theoretische modellen-werkelijkheid. Deze aanpak houdt het land onnodig op slot en biedt geen enkele garantie op behoud of herstel van de natuur. De betrokken organisaties pleiten ervoor dat Nederland aansluit bij de Europese aanpak, waarin sturing op instandhouding van de natuur centraal staat. Stikstof is maar één van de vele drukfactoren – naast bijvoorbeeld natuurbeheer, watervoorziening en bodemkwaliteit. Wat betreft de stikstofproblematiek kiezen de organisaties voor een fundamenteel andere aanpak om Nederland van het slot te halen. Daarbij staat de feitelijke staat van de natuur centraal. Concreet betekent dit het vervangen in de wet van de KDW-doelstellingen (Kritische Depositie Waarden) door instandhoudingsdoelstellingen. Voorts worden voor elk gebied beheerplannen opgesteld op basis van gedegen Natuur Doel Analyses. Daarnaast wordt een beleidsmatig vastgestelde drempelwaarde ingevoerd om vergunningverlening weer mogelijk te maken, in een vorm waarbij het Aerius-model niet langer nodig is. Tot slot zetten de organisaties in op een effectief emissiereductiebeleid dat echt bijdraagt aan de natuur en dat is gebaseerd op stimuleren in plaats van straffen.

Grondgebondenheid, mestbeleid en gewasbescherming

Een algemene wettelijke norm voor grondgebondenheid biedt geen passende oplossing voor de mestproblematiek. Een dergelijke aanpak houdt onvoldoende rekening met de specifieke omstandigheden op de bedrijven, en leidt tot stapeling van regels. Daardoor wordt het voor veel bedrijven onnodig moeilijk om rendabel te blijven boeren. De lokale bodemvruchtbaarheid moet leidend zijn bij bemesting, in plaats van landelijke modelgemiddelden. Met nieuwe technologieën zoals precisielandbouw kan mest steeds nauwkeuriger worden toegediend, afgestemd op bodem en gewas. Mest is een waardevolle grondstof, en vanuit de akkerbouw klinkt nu al zorg over de beschikbaarheid van mest op alle gronden in Nederland. Wat betreft het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen waarschuwen de organisaties voor onnodig drastische, niet-onderbouwde maatregelen, pleiten ze voor erkenning van de huidige inspanningen van de plantaardige sectoren en roepen op samen verder te werken om de hele keten te verbeteren en te verduurzamen.

Bescherming van boeren en hun privacy

Tot slot vragen de organisaties dringend om betere bescherming van boeren tegen activisme en misbruik van gegevens. De agrarische sector heeft de afgelopen jaren te maken gehad met bedreigingen, erfbetredingen, brandstichting, stalinbraken en -bezettingen door dierenextremisten. Deze incidenten hebben niet alleen de directe slachtoffers diep geraakt, maar ook een blijvend gevoel van onveiligheid veroorzaakt in de gehele sector. Daarnaast neemt het aantal WOO-verzoeken (Wet Open Overheid) sterk toe. Informatie die via deze verzoeken wordt verkregen – zoals woonadressen, GPS-gegevens en informatie die nog onder de rechter ligt – wordt regelmatig misbruikt voor doeleinden waarvoor de wet niet bedoeld is. Omdat bij boeren het bedrijf ook hun woonadres is, betekent dit een ernstige inbreuk op de privacy en gevoel van veiligheid. Hieraan moet met spoed een einde komen.
Klik hier om de gezamenlijke visie te lezen

polder